Als je faalt, heb je een nieuwe manier gevonden die (nog) niet werkt.
Falen, het hoort erbij. Werken zonder dat je ooit faalt of een fout maakt, bestaat gewoonweg niet. En dat is helemaal niet erg. Sterker nog, als je wilt leren, groeien en ontwikkelen is fouten maken essentieel. Zonder fouten sta je stil. Zonder fouten kom je niet tot nieuwe inzichten. Zonder fouten verandert er niks.
Toch is fouten maken vaak een beladen onderwerp. Binnen de opleiding kom ik bijvoorbeeld tegen dat een AIOS direct gecorrigeerd wordt bij een verkeerd antwoord, ideeën niet mag uitproberen omdat het al eens gedaan is, verantwoordelijkheid krijgt over een project zonder mandaat om eigen beslissingen te nemen. AIOS wordt vaak de kans ontnomen om eens grandioos te falen.
En waarom geven opleidingsteams die ruimte niet? Vaak gebeurt dit vanuit de beste intenties. Door ervaring weet je als opleider wat werkt en niet. AIOS hebben een vol programma. Dan is het toch goed om ze te behoeden voor fouten? Of ze te vertellen over je eigen ervaringen? Ik heb dat als opleider ook vaak gedaan.
In mijn rol als coach ervaar ik wat het betekent als je mensen echt de ruimte en het vertrouwen geeft om fouten te maken, daarvan te leren en zo hun eigen weg te bewandelen. Op de langere termijn leidt dat tot duurzame veranderingen.
Ik heb een droom die ik wil bereiken. En stapje voor stapje kom ik dichterbij. Tegelijkertijd heb ik ook al veel dingen geprobeerd, die tot niks leiden. Geregeld leidt tot frustratie. En gelukkig lukt het ook vaak genoeg om tegen mijzelf te zeggen:
“Goed zo, vandaag heb je weer gefaald. Je hebt weer een manier gevonden die niet werkt.”